Ergotherapie?

Wat is ergotherapie?

Vraag aan 10 mensen wat ergotherapie is en je zal 10 verschillende antwoorden krijgen. En meestal wordt dat antwoord gevolgd door de vraag: “ben ik juist?” Helemaal zeker is men meestal niet van hun antwoord. Het is ook niet zo eenvoudig. Toen ik 25 jaar geleden ergotherapie studeerde, kon ik er alleszins geen zinnig antwoord op geven. Nu wel. Dus, bij deze:

Waarom heb ik gekozen om ergotherapie te studeren?

Reeds vòòr mijn opleiding ergotherapie was ik geïnteresseerd in allerhande (kleine woordspeling) activiteiten met de handen. Ik kleurde en tekende graag, bouwde telkens andere tenten met takken, stokken en tafellakens, ik knutselde erop los, ik haakte, ik had een stukje van mijn ouders hun groententuin, ik haalde spulletjes uit elkaar om te weten hoe ze werkten, … . Het leek me dan ook een hele logische gedachte om via activiteiten mensen beter te maken. De mens is immers een handelend wezen. Neem de activiteit af van een persoon en hij wordt doodongelukkig. Via dagelijkse activiteiten werken we als ergotherapeut aan een hulpvraag en dat kan zowel op fysiek als psychisch vlak. De keuze om 27 jaar geleden ergotherapie te gaan studeren was dan ook snel gemaakt.

 

Maar wat doen die ergotherapeuten nu juist??

Algemeen

Ergotherapeuten zijn paramedisch geschoolde therapeuten. Je vindt ze dus terug in het rijtje van de logopedisten, podologen, diëtisten, … Ergotherapeuten zijn veelal tewerkgesteld in ziekenhuizen, revalidatiecentra, woonzorgcentra, centra voor ambulante revalidatie (CAR) enz, enz, enz, … maar pas de laatste 5 jaar zijn ze meer en meer zichtbaar in privé- of multidisciplinaire praktijken.

Een kinderergotherapeut is gespecialiseerd in de ontwikkeling van kinderen en het beoordelen van het vermogen van een kind tot het komen van dagelijkse activiteiten. De nadruk ligt op het mogelijk maken van spel en leren, van deelname aan het gezinsleven, deelname op school en in de ruime omgeving.

Een kinderergotherapeut kan spel- en ontspanningsmogelijkheden aanpakken (bv spel bevorderen bij een kind met autisme of handicap, aanpassingen voorstellen in de sportclub), de vaardigheden die nodig zijn op school (observatie in de klas, schrijven, rekenen, …)  en zelfredzaamheid (veters leren strikken, zelfstandig eten, aankleden, wassen…).

Kinderergotherapeuten hebben een goede kennis over de normale ontwikkeling van een kind en wanneer de mijlpalen in de ontwikkeling bereikt moeten zijn. Niet alleen de mogelijkheden van een kind kunnen zo in kaart worden gebracht (zoals fijne motoriek, prikkelverwerking, grove motoriek enz.) maar ook op welke manier een kind functioneert in zijn omgeving en in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Om deze gegevens te verzamelen kan er een gesprek plaatsvinden met de ouders, school en evt. andere zorgverleners. Deze gesprekken geven een volledig beeld van het functioneren, zodat de ergotherapeut zeer gericht kan werken.

Van zodra de therapeut alle informatie verzameld heeft en de doelstellingen heeft bepaald (in samenspraak met ouders en kind) kan de therapie van start gaan. De therapie richt zich op de interesses van het kind en is gericht op deelname aan het dagelijks leven. Uiteraard zal in het leven van een kind  de schoolvaardigheden een grote rol spelen.Er wordt dus zeer praktisch gewerkt en op het probleem zelf gewerkt.

Bij kindertherapie worden de ouders tot een maximum betrokken. Ouders zijn namelijk de experts van hun kind en van onschatbare waarde binnen de therapie.

De ergotherapeut kan aan volgende doelstellingen werken:

Fijne motoriek:


  • grijpen en reiken


  • knippen, kleuren, scheuren, vouwen


  • samenwerking beide handen


  • voorkeurshand ontwikkelen


  • schrijfvoorwaarden: hanteren van potlood, druk doseren bij het schrijven, … aanleren van schrijfpatronen (zie pagina schrijven)


  • schrijven: onleesbaar schrift, moeite met het aanleren van de letters en de letterverbindingen, schrijfbeweging, laag schrijftempo, moeite met de zithouding (zie pagina schrijven)


  • oog-handcoördinatie

Zelfredzaamheid

  • 
(zelfstandig) aan- en uitkleden

  • (zelfstandig) eten


  • veters strikken


  • sluitingen (kleding, voeding, dozen, …)

Handelen

  • aanleren van vaardigheden


  • plannen en organiseren van activiteiten


  • zelfstandig uitvoeren van opdrachten


  • zelfstandig spelen


  • automatiseren van vaardigheden



Structureren en organiseren


  • Ruimtelijke oriëntatie en organisatie
  • 
structuur en orde


  • links-rechts oriëntatie


  • puzzelen, bouwen, construeren


  • ontwikkeling lichaamsplan, lichaamsbesef