“Mijn kinderen”
In mijn praktijk lopen heel wat kinderen rond. En hoewel ze natuurlijk niet mijn kinderen zijn, noem ik ze toch vaak zo. Niet omdat ze van mij zijn, wel omdat ik me verbonden voel met hun ontwikkeling. Omdat ik ze zie groeien, struikelen, proberen. Omdat ik me verantwoordelijk voel om het juiste te doen voor hen, telkens opnieuw.
Tijdens mijn opleiding werd vaak herhaald dat je als therapeut afstand moet houden. Professioneel blijven. Niet te betrokken raken. Maar dat werkt niet voor mij. Tenminste, niet als ik een kind wil begrijpen in al zijn lagen en al helemaal niet als ik iets in beweging wil zetten.
Want ik probeer echt mijn kinderen te leren kennen. Ik weet wanneer een korte blik betekent dat ze iets niet zien zitten. Wanneer het stil worden geen concentratie is, maar spanning. Wanneer die stoere opmerking eigenlijk een verdedigingsmechanisme is. Die kennis bouw je niet op vanop een afstand. Die komt omdat ik dichtbij genoeg mag komen. Kinderen ontploffen hier soms. Ouders voelen zich dan vaak ongemakkelijk (niet nodig). Andere ouders zijn blij dat eindelijk iemand anders ziet wat zij elke dag moeten ondergaan. Kinderen mogen zichzelf zijn hier. Het geeft me zoveel informatie over wat hen triggert, wat hen terug kalmeert of reguleert, …
Daarin spelen ouders een onschatbare rol. De ouders die me vertellen dat vandaag geen topdag is, nog voor ik het zelf zie. Die aangeven dat de kippenfase voorbij is en het nu alleen nog over raketten mag gaan. Ouders zijn geen toeschouwers in het verhaal, ze zijn het verhaal. Zij helpen me hun kind nog beter begrijpen, nuanceren, afstemmen. Ik zou nooit nog terug willen naar de tijd waarbij ik alleen met hun kind aan de slag ging.
De kinderen in mijn praktijk zijn dus mijn kinderen. Niet als ouder, niet als redder, maar als iemand die probeert te luisteren, ziet, zoekt en volhoudt. Ik hou van het ‘infodumping’ van ‘mijn’ kinderen als ze binnenkomen, het zoeken naar iets wat hen helpt om die doelstellingen te bereiken en dat tegelijkertijd door hen ervaren wordt als iets zinvol. Niets vervelender als een uur oefeningetjes moeten doen waar je als kind geen enkel nut in ziet.
Professionele afstand mag dan theoretisch klinken, in de realiteit kies ik daar bewust niet voor. En het is precies die keuze die mijn werk betekenisvol en effectief maakt.