PDA: een modewoord of een echte nood?
Waarom ik toch werk met ‘PDA’ ondanks het debat:
Soms krijg ik de vraag: “Geloof jij echt in PDA?” Het lijkt eerder een waarschuwing, alsof ik een risico neem in mijn professioneel pad.
Mijn antwoord is simpel: “Het gaat me niet om de PDA, het gaat me om de kinderen zelf.”
En ik zie kinderen en ouders voor wie het profiel van Pathological Demand Avoidance (PDA) een enorme verlichting betekent, niet omdat het alles verklaart, maar omdat het een ander vertrekpunt mogelijk maakt.
Wat is PDA eigenlijk?
PDA is een gedragsprofiel binnen het autismespectrum waarbij kinderen (of volwassenen) extreem vermijdend reageren op verwachtingen en eisen, ook als die logisch, zacht of zelfs aantrekkelijk verpakt zijn.
Het is een patroon dat vaak gepaard gaat met:
een sterke behoefte aan autonomie en controle,
sociale strategieën om te vermijden (zoals humor, uitstel, doen alsof, agressie, …),
snelle escalaties bij verlies van controle,
en een hoog niveau van onderliggende angst.
Hoewel de term niet officieel erkend wordt in diagnostische handboeken zoals de DSM-5, wordt het gedragspatroon steeds beter beschreven in wetenschappelijk onderzoek.
Wetenschappelijke onderbouw: het werk van O’Nions et al.
Een van de bekendste onderzoekers rond dit thema is Elizabeth O’Nions, die samen met collega’s de afgelopen tien jaar verschillende studies publiceerde over kinderen met een ‘PDA-profiel’ binnen autismediagnostiek.
In haar studies (bijv. O'Nions et al., 2014, 2016, 2021) werden onder meer volgende zaken belicht:
dat dit type gedrag consistent voorkomt bij een subgroep van autistische kinderen;
dat klassieke gedragsinterventies vaak niet werken;
dat het gedrag eerder gestuurd lijkt door angst en verlies van controle, dan door pure koppigheid of onwil;
dat een andere, meer relationele en collaboratieve aanpak betere resultaten geeft.
👉 Zie bijvoorbeeld:
O'Nions, Liz & Viding, Essi & Greven, Corina & Ronald, Angelica & Happe, Francesca. (2014). Pathological demand avoidance: Exploring the behavioural profile. Autism. 18. 538-544. 10.1177/1362361313481861.
Egan V, Linenberg O, O'Nions E. The Measurement of Adult Pathological Demand Avoidance Traits. J Autism Dev Disord. 2019 Feb;49(2):481-494. doi: 10.1007/s10803-018-3722-7. PMID: 30140985; PMCID: PMC6373319.
O’Nions, E., Happé, F., Viding, E., & Noens, I. (2021). Extreme demand avoidance in children with autism spectrum disorder: Refinement of a caregiver-report measure. Advances in Neurodevelopmental Disorders, 5(3), 269–281. https://doi.org/10.1007/s41252-021-00203-z
In deze en andere studies komt duidelijk naar voren dat PDA niet zomaar een opvoedingsprobleem is en evenmin een kwestie van “geen grenzen durven stellen”. Het vraagt een radicaal andere benadering met veel ruimte voor autonomie, creativiteit, en relationele veiligheid.
Maar bestaat PDA dan écht?
Dat blijft onderwerp van debat. In Vlaanderen is de term nog weinig ingeburgerd en sommige professionals zijn terughoudend. Ze vrezen dat PDA te snel als verklaring wordt gebruikt voor complex gedrag. Die zorg kan terecht zijn.
Maar voor veel ouders en therapeuten is de ervaring net omgekeerd: het profiel wordt niet herkend, waardoor men blijft steken in klassieke benaderingen die averechts werken.
En daar ligt voor mij de kern. Ik zie kinderen die wél tot rust komen als we het anders aanpakken. Kinderen die thuis minder escaleren als er op een PDA-sensitieve manier wordt gecommuniceerd. Kinderen die zich durven openstellen als ze niet gedwongen worden tot sociale interactie, maar daar zachtjes toe worden uitgenodigd.
Wat werkt dan wél?
Autonomie centraal. Bied keuzemogelijkheden, geen bevelen.
Speelsheid boven sturing. Maak van ‘moeten’ iets dat uitnodigt.
Regulatie eerst. Begrijp dat gedrag vaak een signaal van stress is.
Verbinding boven gehoorzaamheid. Relatie vóór verwachting.
Samenwerking i.p.v. straf of beloning.
Het vraagt veel van ouders, leerkrachten en therapeuten. Maar het is het waard. Want deze kinderen willen wel, maar alleen als ze zich veilig voelen.
Of we het nu ‘PDA’ noemen of ‘extreme vermijdingsreacties binnen ASS’, maakt minder uit dan de échte vraag:
Hoe kunnen we dit kind begrijpen en ondersteunen zonder het te forceren?
Voor sommige kinderen opent PDA als kader een deur die voordien gesloten bleef.
Geen pasklare oplossing, maar een uitnodiging tot anders kijken. En dat, als therapeut, is voor mij genoeg reden om het serieus te nemen.
Wil je meer weten over deze aanpak of herken je dit gedrag bij een kind? Binnen mijn praktijk (www.lerendehanden.be) bied ik begeleiding op maat, zowel voor ouders als scholen, met respect voor het kind. Online sessies zijn een mogelijkheid.